Remvloeistof heeft slechts één taak, maar is daarom des te belangrijker: het brengt de kracht die op het rempedaal van een voertuig wordt uitgeoefend over op de wielremcilinders. De remvloeistof kan deze taak alleen op betrouwbare wijze vervullen als het in perfecte staat verkeert. De viscositeit, het watergehalte en het kookpunt van de remvloeistof spelen hierbij een doorslaggevende rol.
Remvloeistof is één van de hydraulische vloeistoffen en wordt gebruikt om druk over te brengen in de remsystemen van motorvoertuigen. Zoals alle hydraulische vloeistoffen is remvloeistof bijna niet samendrukbaar. Dit betekent dat zelfs onder hoge druk het volume van de vloeistof praktisch niet verandert en de uitgeoefende kracht zonder verlies wordt overgebracht. Remvloeistoffen zijn onderverdeeld in verschillende, zogenaamde DOT-klassen, afhankelijk van hun eigenschappen, en niet elke remvloeistof is geschikt voor elk voertuig.
De DOT-klassen van remvloeistoffen
De afkorting DOT staat voor Department of Transportation. Dit is de Amerikaanse tegenhanger van het Duitse Departement van Transport. Enkele jaren geleden heeft het Department of Transportation de DOT-klassen voor remvloeistoffen vastgesteld op basis van de Amerikaanse norm FMVSS-116. Tegenwoordig gebruikt men over het algemeen remvloeistoffen van de klassen DOT 3, 4, 5 en 5.1. Het belangrijkste verschil tussen de afzonderlijke klassen is het kookpunt van de vloeistof, dat hoger is naarmate de DOT-klasse hoger is. Met uitzondering van remvloeistoffen van klasse 5 zijn alle remvloeistoffen op glycolbasis en onderling mengbaar. Alleen vloeistoffen van klasse 5 zijn op siliconenbasis en mogen daarom niet met andere klassen worden gemengd.
Viscositeit, watergehalte en kookpunt – de eigenschappen van remvloeistoffen
Het kookpunt en het watergehalte van een remvloeistof staan in nauw verband met elkaar. Remvloeistoffen zijn hygroscopisch. Dit betekent dat zij water uit de omgeving aantrekken en vasthouden. Hoe hoger het watergehalte van de vloeistof, hoe lager het kookpunt. In extreme gevallen kan dit leiden tot de vorming van dampbellen in de vloeistof wanneer geremd wordt bij hoge temperaturen. De dampbellen zijn echter samendrukbaar, zodat de drukoverdracht door de vloeistof niet langer gewaarborgd is en de remmen het kunnen begeven.
Viscositeit is een maat voor de viscositeit en het vloeigedrag van een vloeistof en speelt een belangrijke rol, vooral in moderne remsystemen met ABS en ESP. Om de remkrachtregeling van het ABS via haarfijne kanalen goed te laten functioneren, zijn bijzonder dunne remvloeistoffen nodig, die zelfs bij diepe temperaturen onder nul niet dik worden.
Wanneer moet u de remvloeistof verversen?
Bij de meeste voertuigen wordt het verversingsinterval voor de remvloeistof voorgeschreven door de fabrikant. Voor oudere voertuigen wordt aanbevolen de remvloeistof jaarlijks te laten controleren in een werkplaats, waar het watergehalte wordt gecontroleerd. Als het watergehalte hoger is dan 3,5%, moet de remvloeistof worden vervangen. De vervanging moet worden uitgevoerd in een werkplaats of alleen door ervaren monteurs. Indien de fabrikant remvloeistoffen van verschillende DOT-klassen voor het voertuig heeft goedgekeurd, moet de hoogste klasse worden gekozen vanwege het hogere kookpunt. Als er tussen de vervangingen door remvloeistof verloren gaat, is dit een duidelijk teken van een lek in het remsysteem.
