De remschijven en remblokken van een Audi A4 2.0 TDI moeten, afhankelijk van de rijstijl, elke 30 tot 60.000 km worden vervangen. In dit stappenplan laten we u zien hoe u op uw Audi A4 2.0 TDI zelf de remschijven en remblokken op de voorwielen kunt vervangen.
Inhoudsopgave
Lijst met gereedschappen voor het vervangen van remschijven en remblokken op de Audi A4 2.0 TDI
- Wielslotadapter (indien nodig)
- Persluchtschroevendraaier of wielsleutel (wielkruis) of ratel met verlengstuk en 17 mm dopsleutel
- Kleine staalborstel
- Momentsleutel, kort
- Momentsleutel, lang
- Dopsleutel 21mm
- Platte schroevendraaier
- Torx T30 schroevendraaier
- 7 mm zeskantbit
Om de remklauw tijdens het werken vast te zetten, heeft u nog wel een ketting of touw nodig. U moet ook een paar papieren handdoeken klaar hebben liggen. Voor het vervangen van remschijven en remblokken op de voorwielen heefdt u bij de Audi A4 2.0 TDI ongeveer 10 tot 15 minuten per wiel nodig.
Controleer het remvloeistofpeil in het reservoir
Voordat u begint met het vervangen van remschijven en remblokken dient u de remvloeistof in het remvloeistofreservoir te controleren. Breng vervolgens het voertuig omhoog zodat u de wielen kunt verwijderen.
Draai het wiel los
Demonteer het wiel. U kunt hiervoor een wielspin, een ratel of een persluchtschroevendraaier met een 17 mm dopsleutel gebruiken. Verwijder alle wielbouten en til het wiel van de wielnaaf.
Verwijder de remblokklem
Gebruik een grote platte schroevendraaier om de remblokklemmen los te maken. Hef eerst de klem met de schroevendraaier van onderaf op de zijkant van de remklauw. Vervolgens kunt u de gebogen uiteinden van de klem uit de gaten in de remklauw tillen en de remblokklem verwijderen.
Verwijder de geleidedoppen
Aan de achterkant van de remklauw zijn de remklauwgeleiders elk afgedekt met een plastic dopje. Verwijder deze plastic doppen.
Schroef de remklauwgeleiders los
Maak de remklauwgeleiders los met een ratel en een 7 mm zeskantbit. Draai de geleiders zo ver mogelijk los, zodat u de remklauw kunt optillen.
Verwijder de remklauw en “hang hem op”
Doe de ketting of het touw om de schokbreker zodat u de remklauw eraan kunt hangen. Trek de remklauw van de remschijf en bevestig deze aan het touw of de ketting. Pas op dat u de remleidingen niet overrekt of knikt.
Duw nu met een kleine schroevendraaier of een zogenaamde pons/pin de twee remklauwgeleiders naar achteren uit de remklauw en leg ze opzij.
Koppel de connector van de remblokslijtagesensor los
Nadat u de remklauw stevig hebt vastgemaakt, koppelt u de remblokslijtagesensor los. Trek hiervoor eerst de kabel met de stekker uit de houder. Dan kunt u de stekker eruit trekken. Het kan zijn dat u de connector een beetje moet wiebelen voordat u deze kunt loskoppelen. Trek niet aan de kabel, maar trek alleen aan de stekker.
Verwijder de oude remblokken
Haal de oude remblokken uit de remklauw. Mogelijk moet u de remblokken een beetje wiebelen of een schroevendraaier als hefboom gebruiken om de remblokken van de remklauw te verwijderen.
Schroef het remklauwjuk los
Gebruik een ratel en een dop van 21 mm om de twee achterste bevestigingsbouten van het remklauwjuk los te draaien. Verwijder de bouten volledig en til het remklauwjuk van de remschijven.
Verwijder de remschijfbout
Voordat u de remschijf kunt verwijderen, moet u de remschijfschroef verwijderen. Omdat de schroef meestal vast zit, moet u een kleine ratel met een bit gebruiken om de schroef los te draaien. Draai de schroeven helemaal los.
Verwijder de remschijf
Wanneer u de remschijfschroef volledig heeft losgedraaid, kunt u de remschijf verwijderen. Mogelijk moet u de schijf een paar keer raken met de muis van uw hand of een plastic hamer aan de rechter- en linkerkant, zodat deze loskomt van de naaf.
Reinig de naaf in het gebied waar deze contact maakt met de remschijf
Voordat u de nieuwe remschijf monteert, moet u de wielnaaf reinigen in het gebied waar de remschijf rust. Reinig het contactoppervlak met een (messing) staalborstel of een wielnaafslijpopzetstuk voor accu- of pneumatische schroevendraaiers. Blaas vervolgens het slijpstof uit de draadgaten voor de wielbouten.
Installeer een nieuwe remschijf
Nu kunt u de nieuwe remschijf monteren. Lijn de remschijf zo uit dat de gaten voor de wielbouten en het gat voor de remschijfschroef in de remschijf en de wielnaaf op elkaar liggen. De remschijfschroef met de schroevendraaier met de hand indraaien.
Draai de remschijfbout vast met een momentsleutel (5 Nm)
Draai vervolgens de met de hand aangedraaide remschijfschroef vast met een momentsleutel en een geschikte bit met een aanhaalmoment van 5 Nm.
Let op: De nieuwe remschijven zijn door de fabrikant met een dunne verflaag beschermd tegen corrosie. Verwijder de verflaag niet met verfafbijtmiddel. Veeg de nieuwe remschijf eenvoudig af met een droge doek. Verwijder de lak de eerste keer dat u remt tijdens de proefrit.
Reinig het juk met een staalborstel en schuur indien nodig op
Voordat u het juk monteert, moet u alle contactoppervlakken reinigen met een koperen staalborstel of ze schuren met schuurpapier. Dit zorgt ervoor dat het juk en de remklauw correct worden geplaatst.
Monteer het schone juk met een momentsleutel van 190 Nm
Plaats het juk terug. Draai eerst de twee bevestigingsschroeven aan de achterkant met de hand vast en draai ze vervolgens vast met een momentsleutel en een moment van 190 Newtonmeter.
Installeer nieuwe remblokken en remklauw
Plaats de twee nieuwe remblokken in het juk voor en achter de remschijf. Plaats vervolgens de remklauw terug op het juk.
Controleer de staat van de remklauwgeleiders
Controleer voor de installatie de remklauwgeleiders. Mogelijk moet u roest verwijderen of nieuwe geleiders plaatsen. Smeer de geleiders in met een dun laagje vet.
Let op: Gebruik alleen smeermiddelen die zijn goedgekeurd door de fabrikant.
Draai de remklauwgeleiders vast met 30 Nm
Met de 7 mm zeskantbit en een momentsleutel moet u nu de twee remklauwgeleiders aandraaien met een aanhaalmoment van 30 Nm.
Installeer de geleidedoppen
Nadat u de remklauwgeleiders met het gespecificeerde aanhaalmoment hebt vastgedraaid, kunt u de geleidedoppen terugplaatsen. Zorg ervoor dat de doppen van rand tot rand zijn geplaatst. Nu kunt u de connector van de remblokslijtagesensor weer aansluiten.
Installeer een nieuwe remblokklem
Steek eerst de remblokklem met de gebogen uiteinden rechts en links in de daarvoor bestemde gaten in de remklauw. Hef vervolgens de klem onder de remklauw op met de grote schroevendraaier. Controleer of de klem goed vastzit.
Monteer het wiel
Monteer nu het wiel weer en draai de wielbouten zo ver mogelijk met de hand vast. Laat vervolgens het voertuig zakken en draai de wielbouten vast met het voorgeschreven aanhaalmoment met behulp van de momentsleutel.
Controleer het remvloeistofpeil in het remvloeistofreservoir
Controleer aan het einde van de werkzaamheden nogmaals het remvloeistofpeil in het remvloeistofreservoir.
Maak een proefrit
Als u voor het eerst gaat rijden, moet u de beschermende verf op de remschijven verwijderen. Om dit te doen, accelereert u tot een snelheid van 30 tot 50 km/h en remt u het voertuig langzaam af tot stilstand. Herhaal dit proces 3 tot 4 keer. Over het algemeen moet u de eerste kilometers een noodstop vermijden.
U kunt de oude remschijven en remblokken inleveren bij de dichtstbijzijnde schroothandelaar of recyclingcentrum.
