Niet iedereen weet hoe belangrijk zelfs de kleinste componenten en onderdelen van een gassysteem zijn voor de efficiënte werking ervan. Flexibele rubberen slangen worden gebruikt om verloopstukken met injectiestrips (gasslangen) te verbinden, LPG-injectiemondstukken met mondstukken in inlaatspruitstukken (gasslangen), voertuigkoelsystemen met verdampers (waterslangen), inlaatspruitstukken met verloopstukken (vacuümslangen), gasdruk en temperatuursensoren met LPG-injectiestrips. Daarom is het zo belangrijk om te zorgen voor het juiste product en de vervanging wanneer nodig.
Inhoudsopgave
Goedkeuring van rubberen slangen LPG / CNG
Volgens Reglement 67 van de VN / ECE (Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties) moeten gasleidingen gebruikt zijn in LPG-systemen een complex goedkeuringsproces doorlopen. Dit document definieert de specifieke werkomstandigheden waaraan ze moeten voldoen. Bijvoorbeeld de druk en temperatuur (max. 0,45 MPa bij -25 ° C tot 125 ° C). De materiaalversterking (textiel, plastic of metaal). Corrosie- en koolwaterstofbestendige productiematerialen. En de totale elasticiteit. Bij de constructie van slangen in brandstofsystemen (inclusief LPG), znijn gemaakt van butadieen-acrylonitril-butadieenrubbers (NBR) en chloorsulfon-polyethyleen (CSM). Dit vanwege hun uitstekende weerstand tegen koolwaterstoffen.
Installatie van gasleidingen
Rubberen slangen gebruikt voor de verbindingen tussen het verloopstuk en de injectiestrip en de LPG-injectoren in de inlaatspruitstukken, zijn slangen met interne vlechtversterking. Houd er rekening mee dat zonder versterking de diameter van rubberen slangen verandert onder invloed van temperatuur. Wat gebeurt er als slangen die niet voldoen aan de eisen gas leveren aan de motor? Dan zal dit ertoe leiden dat verschillende doses gas worden toegevoerd voor verschillende bedrijfsomstandigheden van de motor. Dan heeft de LPG-regelaar praktisch geen mogelijkheid om de verkeerde en variabele gasdosis met correcties te corrigeren.
De diameter van de leidingen
Eén van de volgende meest voorkomende installatiefouten is de verkeerde diameter van de leidingen. In een correct geïnstalleerd systeem moeten LPG-leidingen die zijn geïnstalleerd tussen de LPG-injector en de in het inlaatspruitstuk geschroefde tap een binnendiameter hebben van 4, 5 of 6 mm en een maximale lengte van 30 cm. Het is duidelijk dat de laminaire gasstroom is verzekerd door de overeenkomstige buisdiameter. Als we de juiste injectoren voor de motor kiezen en de verkeerde draaddiameter gebruiken, ontstaat er een “bottleneck” -effect. Dat beperkt de gasstroom die naar de elektroklep van de injector en dus naar de motorcilinder vloeit. Dit zou er in de eerste plaats toe leiden dat de motor met een slecht mengsel draait. Wat in extreme gevallen kan leiden tot het doorbranden van de klepzittingen in de motor.
Andere rubberen slangen
Rubberen slangen in LPG-systemen voorzien de gaskaartsensor van onderdruk. Het koelsysteem van het voertuig met de verdamper moet worden aangesloten met waterslangen.
Rubberen slangen in het LPG-systeem – basisonderhoud
Houd er rekening mee dat de natuurlijke eigenschap van rubber de neiging is om na verloop van tijd te barsten. Dit kan uiteindelijk zelfs resulteren in een lek in het systeem. Daarom is een gedetailleerde jaarlijkse inspectie van het voertuig en het LPG-systeem zo belangrijk.
Men moet er ook rekening mee houden dat LPG-rubberslangen niet 100% “strak” kunnen zijn. De structuur van het rubber moet minimale stromen van gasfracties garanderen door drukverhogingen, die onzichtbaar zijn voor menselijke geur- en gassensoren. En dit alles komt door de moleculaire eigenschappen van de brandstof, dat vloeibaar petroleumgas is.
