De aanschaf van motorolie is voor veel automobilisten een hoofdpijndossier. Wat betekenen de vele afkortingen en welke motoroliën voldoen aan de eisen van de huidige Euronormen?
Inhoudsopgave
SAE, API en ACEA
De namen en formules op de verpakkingen van motoroliën veroorzaken vaak verwarring. De SAE-specificatie is echter bijzonder groot en duidelijk weergegeven. Een SAE-code zoals 10W-40 geeft informatie over de vloeibaarheid van de multigrade olie bij lage en hoge temperaturen. De meeste automobilisten zijn bekend met deze informatie. Maar met specificaties zoals ACEA C3 of API SN/CF kunnen zelfs echte kilometervreters weinig. Zowel API als ACEA zijn verenigingen van fabrikanten. API staat voor American Petroleum Institute, de Amerikaanse vereniging van olieproducenten. ACEA is de vereniging van Europese autofabrikanten. Tot zover is het simpel. Maar wat betekent een classificatie als API CK-4 of ACEA A3/B4?
De API-classificatie voor motorolie
Het API-systeem maakt onderscheid tussen oliën voor benzine en diesel. Motoroliën voor benzinemotoren dragen de letter S achter de afkorting API als afkorting voor ‘Spark’. Achter de S of C staat nog een andere letter die informatie geeft over de prestaties van de olie. Hoe verder deze letter in het alfabet is gevorderd, hoe beter de kwaliteit.
De ACEA Classificatie
Er zijn vier soorten smeermiddelen in de ACEA-classificatie:
A – Motorolie voor benzine
B – Motorolie voor dieselvoertuigen zonder uitlaatgasnabehandeling
C – Motorolie voor diesel personenauto’s met katalysator en roetfilter
E – Motorolie voor dieselvrachtwagen
In klasse A voor benzinemotoren bieden fabrikanten de volgende oliën aan:
1 – Oliën met lage viscositeit
2 – Standaard oliën
3/4 – Premium motoroliën
5 – Premium brandstofefficiënte oliën
Zo duidt een motorolie met de specificatie ACEA A1 op een brandstofefficiënte olie voor benzinemotoren.
Motoroliën voor dieselmotoren met uitlaatgasnabehandeling worden volgens ACEA ingedeeld in vier klassen van C1 tot C4. De classificatie van oliën voor dieselmotoren wordt bepaald door het gehalte aan sulfaatas en andere componenten zoals fosfor en zwavel. Omdat deze stoffen de slijtage van katalysatoren en deeltjesfilters bevorderen, is hun aandeel in moderne oliën slechts klein. Motoroliën voor dieselmotoren met een laag asgehalte worden ook aangeduid als Low SAPS-oliën. De afkorting SAPS staat voor sulfaatas, fosfor en zwavel.
Motorolie en Euronormen
De Euronormen stellen echter geen eisen aan motoroliën. De enige doorslaggevende factor is de uitstoot van verontreinigende stoffen uit het voertuig. Die kunt u verminderen met moderne smeermiddelen. De meeste grote oliefabrikanten ontwikkelen hun smeermiddelen echter in samenwerking met autofabrikanten. De samenwerking zorgt voor de naleving van de huidige Euronormen. Schone en residuvrije verbranding speelt een steeds belangrijkere rol in motoroliën, omdat tijdens het rijden, naast brandstof, onvermijdelijk kleine hoeveelheden olie ook verbranden. Alleen door toevoeging van additieven kan de producent aan de steeds strengere eisen van de wetgever voldoen. Bestuurders kunnen echter kalm blijven en hun keuze van motorolie baseren op de goedkeuringen van de autofabrikant. Met een door de voertuigfabrikant goedgekeurde motorolie voldoet deze veilig aan de grenswaarden van de desbetreffende verontreinigende klasse.
