Het WOLBE-schema – ezelsbruggetje voor bestuurders

0
312
WOLBE-Schema
© GettyImages / Peter Dazeley

Het WOLBE-schema is een eenvoudig geheugensteuntje dat u kan helpen om regelmatig 5 belangrijke punten in uw auto te controleren. Wat, hoe en wanneer u moet controleren is het onderwerp van deze blog.

Wat is het WOLBE-schema?

Het WOLBE-schema is een mentaal hulpmiddel of een geheugensteun die helpt om de operationele paraatheid van motorvoertuigen te controleren, te handhaven en zo nodig te herstellen. Dit schema werd voor het eerst gebruikt voor motorvoertuigen in de Duitse strijdkrachten. Vandaag de dag wordt het natuurlijk gebruikt door autoriteiten zoals de politie, de federale grenswacht of organisaties die bepaalde veiligheidstaken moeten vervullen. Bijvoorbeeld, de brandweer, of het Duitse Rode Kruis.

In de DDR maakte het WOLBE-schema over het algemeen deel uit van de opleiding voor civiele en beroepschauffeurs. In bepaalde bijscholingscursussen voor beroepschauffeurs wordt de regeling tegenwoordig ook in rijscholen behandeld. Het WOLBE-schema omvat tests die allemaal zonder gereedschap en ook door technische leken kunnen worden uitgevoerd.

Waar staan de letters in het WOLBE-schema voor?

Elke letter in het WOLBE-schema staat voor een afzonderlijk testpunt op motorvoertuigen:

W – Water

O – Olie

L – lucht

B – brandstof

E – Elektriciteit

Water (W) – Koelwater en ruitensproeierwater

Een snelle blik onder de motorkap is voldoende om de koelvloeistof en het ruitensproeierwater regelmatig te controleren. Dit onderdeel van het WOLBE-programma kunt u bij elke tankstop afvinken. Beide tanks zijn doorzichtig, zodat u het vloeistofpeil in de tank in één oogopslag kan vaststellen en controleren. Er zijn twee markeringen op de meestal bolvormige tank voor het koelwater. Zij geven het minimum en maximum vulniveau aan.

WOLBE-Schema: Water
© GettyImages / pisittar

Het vloeistofpeil moet tussen deze twee merktekens staan. Als het vloeistofpeil te hoog is (wanneer de motor koud is), moet u wat koelvloeistof aftappen via de aftapplug. Als het peil te laag is, moet u koelwater bijvullen. U kunt gewoon kraanwater gebruiken om bij te vullen. Eenmaal per jaar, in de vroege herfst, moet u ook de antivriesbescherming van het koelwater controleren en zo nodig corrigeren.

U kunt ook gemakkelijk zien hoe vol het reservoir van de ruitenwisservloeistof is. Twee keer per jaar, in de lente en de herfst, moet u het ruitenwisserwater vervangen. Waswater voor de zomer bevat andere reinigingsmiddelen dan dat voor de winter. Voor de winter, bevat het antivries.

Olie (O) – Controleer de motorolie

Geen enkele verbrandingsmotor kan draaien zonder voldoende olie. Tenminste niet voor lang. De letter O in het WOLBE-schema is dus zeer belangrijk. U moet het motoroliepeil regelmatig controleren. Dit is echter niet voor elke reis noodzakelijk. Het is zinvol om het elke 3e tankstop te controleren. De zogenaamde oliepeilstok voor controle bevindt zich naast de motor. Als u de peilstok niet kunt vinden, kunt u de gebruiksaanwijzing van uw auto raadplegen. In de handleiding vindt u meestal een foto waarop de peilstok is aangegeven of gemarkeerd.

WOLBE-Schema: Motorolie
© GettyImages / CatLane

Trek de peilstok eruit en veeg hem af met een schone doek. Aan het uiteinde van de stok ziet u twee lijnen die het minimum- en maximumolieniveau aangeven. Steek de schone peilstok weer zo ver mogelijk in de motor en trek hem er dan voorzichtig uit. Nu moet u het oliepeil tussen de twee merktekens kunnen zien. Als het oliepeil te laag is, moet u olie bijvullen. Gebruik alleen motorolie die door de autofabrikant voor dit doel is goedgekeurd. Als het oliepeil te hoog is, moet u naar een garage gaan om de olie eruit te pompen en de oorzaak vast te stellen.

In de motorruimte vindt u meestal ook een klein briefje waarop genoteerd staat wanneer de olie voor het laatst werd ververst. Kijk van tijd tot tijd naar deze notitie om er zeker van te zijn dat u de volgende olieverversing op tijd uitvoert.

Lucht (L) – Controleer de bandenspanning

De juiste bandenspanning bespaart brandstof, vermindert slijtage en zorgt voor optimaal rijcomfort en veiligheid…. Kijk voor elke rit naar de banden van uw auto. Een uitstulping is een teken van onderinflatie. Controleer de bandenspanning regelmatig wanneer u stopt om te tanken. Hoe hoog de bandenspanning moet zijn, kunt u vinden in de gebruikershandleiding. U vindt deze informatie ook op een sticker op de B-stijl aan de bestuurderszijde. Wanneer u de bandenspanning controleert, moet u ook het reservewiel controleren, als u er een hebt.

WOLBE-schema: banden
© GettyImages / franckreporter

Zorg ervoor dat de bandenspanning verschillend is naargelang u met een leeg of een volgeladen voertuig rijdt, bijvoorbeeld op vakantie. Corrigeer zo nodig de luchtdruk volgens de specificaties van de fabrikant. Als u een voertuig bestuurt met een bandenspanningscontrolesysteem, mag u de waarschuwingen niet negeren. De L in de WOLBE-regeling omvat ook de controle van het loopvlak van de banden.

U moet ook regelmatig de profieldiepte controleren. Een minimale profieldiepte van 1,6 mm is voorgeschreven. In de winter wordt een profieldiepte van ten minste 4 mm aanbevolen. Last but not least moet u regelmatig controleren of de banden, vooral de zijwanden, mogelijk beschadigd zijn. Bandenschade kan worden veroorzaakt door snel over een stoeprand te rijden of door scherpe stenen op de weg.

Brandstof (B) – is de tank voldoende gevuld?

Ongeveer 10% van alle voertuigen gaat stuk door een gebrek aan brandstof. Zorg er daarom voor dat u voldoende brandstof in de tank hebt voordat u langere ritten maakt, vooral op snelwegen. Als u in een file komt, moet u genoeg achter de hand hebben. Gestrand zijn door een gebrek aan brandstof is onaangenaam, maar gelukkig wordt het niet meer beboet. Hoe dan ook, vergeet de K in het WOLKE-schema niet wanneer u op weg gaat voor een lange rit.

Tankstation
© GettyImages / South_agency

Elektriciteit (E) – Controleer de voor- en achterlichten van het voertuig

De belangrijkste controle in dit punt van het WOLBE-schema betreft de verlichting van het voertuig. De verkeersregels schrijven voor dat u de verlichting van uw auto moet controleren voordat u gaat rijden. Zijn het dimlicht, het grootlicht, de mistlichten voor en de richtingaanwijzers in orde, evenals het remlicht, het achterlicht, het achteruitrijlicht en het mistachterlicht? Werken de alarmlichten? Vraag zo nodig iemand om u te helpen met de controle.

Koplamp
© GettyImages / deepblue4you

Andere elektrische onderdelen en systemen, zoals de accu, de dynamo of de starter, kunt u in een modern voertuig nauwelijks zelf controleren. Deze onderdelen worden gewoonlijk gecontroleerd als onderdeel van een inspectie.

Uitbreidingen van het WOLBE-schema

Het WOLBE-schema kan zo nodig worden uitgebreid. De uitbreiding van het WOLBE-schema tot het WOLBEN-schema is niet alleen nuttig voor hulpverleningsvoertuigen. De bijgevoegde “N” staat voor nooduitrusting. De nooduitrusting omvat alle voorwerpen die in de auto aanwezig moeten zijn in geval van een ongeval of pech. Bijvoorbeeld een EHBO-verbandtrommel, een nooddeken en een reservebril, een gevarendriehoek, goed zichtbare vesten en een sleepkabel. Het boordgereedschap en de autokrik zijn ook inbegrepen.

Deze cheque is volkomen logisch; In veruit de meeste (Europese) landen is het wettelijk verplicht om bepaalde spullen in uw auto te hebben liggen. Zo niet in Nederland. Ondanks dat is een nooduitrusting over het algemeen geen overbodige luxe. En in het buitenland kan het zelfs een bekeuring opleveren als het niet in orde is.