Remslangen worden gedurende hun levensduur blootgesteld aan een breed scala aan belastingen: kou, hitte, vocht, zout en constante beweging. Daarom moet u de remslangen elke 50.000 km of uiterlijk na 5 jaar vervangen, ook als ze aan de buitenkant niet beschadigd zijn.
Inhoudsopgave
Afmetingen en aansluitingen
Controleer voor vervanging of het geleverde reserveonderdeel qua afmetingen en aansluitingen overeenkomt met het te vervangen oude onderdeel en maak u vervolgens vertrouwd met de meegeleverde montagehandleiding.
Remslang losmaken
Maak eerst de remslang bij de remleidingaansluiting los en sluit de vaste remleiding af (bijv. met de dop van de ontluchtingsschroef) om overmatig vloeistofverlies te voorkomen. Verwijder vervolgens de slang van de remklauw zoals weergegeven in de video.
Markeringslijn
Hier is een belangrijke opmerking voor montage: Alle TRW-remslangen hebben een markeringslijn die een visuele controle op correcte installatie mogelijk maakt: deze markeringslijn mag na installatie niet gedraaid lijken, omdat dit zou aangeven dat de slang onder spanning is geïnstalleerd. Dit leidt tot voortijdige slijtage van de nieuwe remleiding!
Monteer eerst de nieuwe remleiding op de remklauw. Let op het door de voertuigfabrikant opgegeven aanhaalmoment. Bevestig vervolgens de remslang aan eventueel aanwezige beugels. Nadat u de dop van de remleiding heeft verwijderd, schroeft u de remleiding en remleiding aan elkaar.
Aanhaalmoment
Ook bij deze werkstap moet u het juiste aanhaalmoment in acht nemen. Reinig na montage alle aansluitvlakken met TRW remmenreiniger.
Ontluchten
Ontlucht tot slot het remsysteem volgens de instructies van de voertuigfabrikant.
Uitrustingsnormen en internationale specificaties
De lage volumetrische expansiesnelheid van de TRW-remslangen zorgt voor een goed pedaalgevoel en een uitstekende remrespons. Alle door TRW vervaardigde remslangen voldoen uiteraard aan de strikte standaarduitrustingsnormen en aan de internationale specificaties SAE J1401 en FMVSS 106.
