Inhoudsopgave
Herkennen en juist interpreteren van defecten en oorzaken van een defecte gloeibougie
De oorzaak van een defecte gloeibougie kan heel verschillend zijn. Het soort defect geeft vaak de doorslag voor de oorzaak van het falen. In de zomer, wanneer de buitentemperaturen warm zijn, is het uitvallen van een gloeibougie meestal geen probleem. Hoewel de motor dan meestal iets meer spint en de uitstoot van verontreinigende stoffen hoger is, blijft dit vaak onopgemerkt. Om de dieselmotor te starten, is het voldoende als de andere gloeibougies werken. Pas wanneer de temperaturen in de herfst dalen en het weer vochtig en koud wordt, beginnen de problemen. Dan kan het voorkomen dat de gloeibougie niet meer werkt. Dan start de dieselmotor aarzelend en produceert veel rook. Na de eerste nachtvorst op z’n laatst, werkt er helemaal niets meer. Typische defecten en hun oorzaken zijn:
Deuken en kreukels in de verwarmingsstaaf
Een gloeibougie vertoont een schadepatroon met een gerimpelde, ingedeukte verwarmingsstaaf wanneer de verwarmingsspiraal wordt onderbroken. De oorzaak van dit defect is meestal de werking van de gloeibougie met een te hoge spanning. Dit gebeurt vaak tijdens jumpstarts. Soms is een te lange stroomtoevoer tijdens het voorgloeien de oorzaak. Veroorzaakt door een hangend relais of het nagloeien bij gebruik van een gloeibougie die niet kan nagloeien,
De verwarmingsstaaf van de gloeibougie is afgebroken, gesmolten of weggesmolten.
De oorzaak van een gesmolten of afgesmolten gloeibougie is meestal oververhitting. De oorzaak van het falen kan een te vroege start van het injectieproces zijn, een lekkende en dus druppelende injectieverstuiver, een algemeen versleten of eenvoudigweg verkoolde injectieverstuiver. Een gebroken verwarmingsstaaf is meestal een indicatie van ernstige motorschade als gevolg van een klepbreuk, vastzittende zuigerveren of een vastzittende zuiger.
De verwarmingsstaaf van de gloeibougie is beschadigd
Ook in deze gevallen is de oorzaak van het falen een oververhitting van de gloeibougie en wordt dit meestal veroorzaakt door een te vroege start van het injectieproces. Een andere oorzaak kan een gesloten ringvormige spleet tussen de verwarmingsstaaf en het gloeibougiehuis zijn. Via de gesloten ringvormige spleet wordt meer warmte afgevoerd, zodat de stuurspoel van de gloeibougie koud blijft en de stroom naar de verwarmingsspiraal niet wordt onderbroken.
De verbindingsbout van de gloeibougie is afgescheurd
De oorzaak van de storing is in dit geval een moer van de stroomaansluiting die met een te hoog koppel is aangedraaid. Indien u voor het aandraaien van de moer ongeschikt gereedschap gebruikt, kunt u de zeskant van de moer beschadigen en een vervorming kan kortsluiting veroorzaken tussen de behuizing en de moer.
Haarscheurtjes en gaatjes in het verwarmingselement
Als er fijne haarscheurtjes of kleine gaatjes in de verwarmingsstaaf zitten, kunnen verschillende oorzaken verantwoordelijk zijn voor deze defecten. Een verkeerd gerichte injectiestraal of een onjuiste injectiepositie, veroorzaakt door ongeschikte en onjuist gedimensioneerde afdichtingen, zijn veel voorkomende oorzaken van haarscheurtjes en gaatjes in de verwarmingsstaaf. Andere oorzaken kunnen een defect in het ontstekingssysteem zijn of een verkeerde plaatsing van de gloeibougie in de cilinderkop als gevolg van een beschadigd montagegat.
