Het vervangen van een bougie kan verschillende redenen hebben. De luchttemperatuur en dus het zuurstofgehalte in het brandstofmengsel spelen meestal een belangrijke rol. Het is belangrijk dat u de juiste gloeibougie voor de betreffende temperatuur gebruikt. En dat u de tijd voor een vervanging niet overschrijdt.
Inhoudsopgave
De luchttemperatuur speelt deze rol voor de gloeibougie
De gloeibougie wordt gebruikt om het gasmengsel in de verbrandingskamer tot ontbranding te brengen. Een dergelijk mengsel ontstaat uit een combinatie van zuurstof en brandstof – het mengsel wordt vervolgens ontstoken door de bougie, die eerst door een gloeibougieconnector tot gloeien wordt gebracht. Wanneer u de motor start, ontsteekt de gloeibougie door een trekdraadstarter of een elektrische starter. Het is echter belangrijk dat u de juiste gloeibougie gebruikt om een aanzienlijk betere start te verkrijgen. Welke gloeibougie de juiste is voor welke motor hangt vooral af van de cc van de motor, het methanolgehalte van de brandstof en de luchttemperatuur. Men maakt een onderscheid tussen zeer koude, koude, middelwarme, warme en zeer warme bougies.
De effecten van warm weer op de bougie
Vooral in de zomer en in warmere streken moet u er rekening mee houden dat hoge luchttemperaturen meestal een laag zuurstofgehalte hebben. Hoe lager het zuurstofgehalte in de brandstof, hoe minder brandstof er in het mengsel moet zitten. Bovendien moet u er rekening mee houden dat de prestaties afnemen wanneer er warme lucht in het spel is. Hoewel u bij de keuze van een bougie altijd moet letten op de reactie van de motor op de gloeibougie – kan als algemene regel worden gesteld dat u bij zeer warm weer (ongeveer 25° C en hoger) voor een zeer koude bougie moet kiezen. Als de luchttemperatuur hoog is (ongeveer tussen 20° en 35° C), gebruikt u een koude gloeibougie. De reden hiervoor is dat de gloeidraad, d.w.z. de draad die moet gaan gloeien, te warm wordt en de motor daardoor sneller oververhit kan raken.
Gloeibougie vervangen bij koud weer
Bij koud weer bevat de lucht een hoger zuurstofgehalte dan wanneer de luchttemperatuur hoog is. In dit geval moet er meer brandstof in het brandstofmengsel zitten omdat er ook meer zuurstof in het mengsel zit. Als u bij koud weer ook een koude gloeibougie gebruikt, kan dit een reden zijn waarom de motor later ontbrandt. Hoewel elke motor anders reageert op de temperatuur en de gebruikte gloeibougie, kunt u ervan uitgaan dat u een medium gloeibougie bij zacht weer (ongeveer tussen 10° en 20° C) kunt gebruiken, maar bij lage luchttemperaturen (ongeveer tussen 0° en 10° C) moet het dan al een warme bougie zijn. Bij zeer koud weer (onder 0° C) worden gloeibougies met een zeer hoge temperatuur aanbevolen, omdat deze een dikkere gloeidraad hebben, waardoor de motor sneller opwarmt en het brandstofmengsel beter kan ontsteken.
Het juiste moment om de bougie te vervangen
In het ideale geval heeft u al een koude, een medium en een warme gloeibougie. Want dan kunt u de gloeibougie vervangen naar gelang van de luchttemperatuur, U hoeft zich dan geen zorgen te maken over defecten aan de motor of het afslaan van de ontsteking. Het is ook raadzaam de instructies van de fabrikant te volgen. Zodat u de vervanging volgens deze instructies kan uitvoeren. Aangezien de temperatuurspecificaties afhankelijk van de bougie en de motor kunnen verschillen. Als u echter al enige ervaring hebt opgedaan met de reactie van uw motor op de verschillende bougies, kunt u daar vaak op vertrouwen als het gaat om het juiste moment om de gloeibougie te vervangen. Wanneer u de gloeibougie moet vervangen, kunt u echter in geen geval bepalen door de kilometerstand van de motor.
Men kan eerder zeggen dat het moment voor een vervanging is aangebroken wanneer de motor moeilijk start bij koude en in een koude omgeving of snel oververhit raakt bij hoge temperaturen.
